Flesvoeding: alles wat je moet weten

Flesvoeding is een prima alternatief voor borstvoeding. Zeker wanneer je bijvoorbeeld medicatie gebruikt en geen borstvoeding kunt geven. Wanneer je flesvoeding wil geven, is het goed om onderstaande zaken te weten:

1. De juiste flesvoeding kiezen

Als jij of je partner last hebben van allergieën, astma of eczeem, overweeg dan hypoallergene flesvoeding. Is dit niet het geval, dan is standaard zuigelingenvoeding voor pasgeborenen een goede keuze.

2. De perfecte fles voor flesvoeding

Er zijn diverse babyflessen verkrijgbaar. Kies wat voor jou het fijnst voelt. Voor de eerste maanden volstaat een klein flesje, aangezien je maar kleine hoeveelheden flesvoeding geeft. Kies een fles waarop je gemakkelijk het aantal milliliters kunt aflezen.

3. De speen voor flesvoeding

Spenen variëren in vorm en grootte van de openingen. Sommige baby’s geven de voorkeur aan een ronde of platte top. Als je baby snel en gulzig drinkt, kies dan een speen met een kleiner gat; voor langzamere drinkers een groter gat. Gebruik nooit een speen met zelfgemaakte extra gaatjes. Er zijn ook spenen met meerdere standen beschikbaar.

4. Voedingsschema voor flesvoeding

Net als bij borstvoeding, geef je je baby in de eerste week elke 3 uur flesvoeding om een eetritme te ontwikkelen. Meet ook na elke voeding de temperatuur van je baby en noteer de tijd, hoeveelheid en temperatuur in het kraamdossier.

5. Hoeveelheid flesvoeding

Verhoog de hoeveelheid flesvoeding dagelijks met 10 ml. Begin op de eerste dag met 10 ml per voeding, en verhoog dit geleidelijk. Uiteindelijk zal je baby tussen de 90 en 110 ml per voeding nodig hebben. Let op signalen van overvoeding, zoals buikkrampen of overgewicht.

6. Watergebruik voor flesvoeding

In Nederland is kraanwater geschikt voor flesvoeding. Let op bij nieuwe kranen of loden leidingen. In die gevallen, gebruik gebotteld bronwater.

7. Flesvoeding Klaarmaken

1. Was altijd je handen voor het bereiden van flesvoeding.
2. Je hoeft de fles en speen niet van tevoren uit te koken.
3. Gebruik de juiste hoeveelheid water (zie verpakking).
4. Verwarm het water in de magnetron en voeg daarna de kunstvoeding toe. Schud het flesje niet te hard om luchtbellen en krampen te voorkomen.
5. Controleer de temperatuur van de flesvoeding op je pols.
6. Bied de flesvoeding aan je baby aan en gooi restjes weg.